
Nadat de 320d eerder dit jaar al de titel van Lease Car of the Year in de wacht sleepte, is de Beierse berline sinds kort ook leverbaar als fiscaal nog wat interessantere plug-in hybride. Beschikt die BMW 330e over de juiste troeven om de vergroening van de Belgische wagenparken in een stroomversnelling te brengen? FLEET doet de test.
Tenzij je de voorbije jaren onder een steen hebt geleefd, is het je wellicht niet ontgaan dat de plug-inhybride – onder vakidioten ook wel PHEV genoemd – aan een steile opmars bezig is in Belgische vlootmiddens. Een tendens die luidens BMW nog wel een tijdje zal aanhouden: de Beierse constructeur hoopt tegen 2025 zowat één vierde van zijn totale verkoop onder stroom te zetten, een transitieverhaal waarin de Duitsers dus een cruciale rol hebben weggelegd voor de breed inzetbare stekkerhybride.

Het resultaat is dat – bovenop de BMW 2 Reeks, 5 Reeks, 7 Reeks, X5 en binnenkort de X3 – ook de 3 Reeks opnieuw aan de stekker mag, volgende zomer volgt voor het eerst zelfs een plug-invariant van de in ons land onmisbare Touring-variant. Dankzij een herziene aandrijflijn en een grotere batterijcapaciteit (12 kWh, tegenover 7,6 voor de uittredende generatie) profileert BMW de nieuwe 330e alvast als dé rijdersauto onder de plug-in hybrides, een stelling die we maar al te graag bevestigd wilden zien tijdens onze eerste kennismaking in en rond de Beierse heimat.
Als de 320d dan toch zo’n uitstekend fleetmodel is, waarom dan kiezen voor een 330e?
De ontdieseling heeft de fleetwereld stilaan in twee kampen opgedeeld, waarbij zowel voor- als tegenstanders met gegronde argumenten kunnen schermen. Wat er ook van zij, fleet managers die de plug-in hybride als de ideale springplank richting elektrificatie zien, zullen in deze nieuwe BMW 330e alleszins een uitstekende bondgenoot vinden. Het vermogen van de (van de 320i geleende) 2 liter-turbobenzine, die ondersteund wordt door een in de Steptronic-achttrapsautomaat geïntegreerde elektromotor, klimt van 184 tot 252 pk.

Daarbovenop introduceert BMW ook een gloednieuwe XtraBoost-overboostfunctie, waarmee je tijdelijk 292 pk en 420 Nm aan koppel ter beschikking krijgt. Het resultaat is een spurt van 0 tot 100 km/u in een behoorlijk krasse 5,9 seconden, waardoor de nieuwe 330e voortaan exact even snel uit z’n sloffen schieten als een 330i met zes-in-lijn, terwijl het gemiddelde normverbruik – met dank aan een tot 66 kilometer verhoogde elektrische autonomie – blijft steken op 1,9 liter/100 km. Net voldoende om ook na 2020 als een ‘echte’ plug-in hybride te worden beschouwd en dus ook de maximale aftrekbaarheid te genieten, maar dat had je wellicht al wel kunnen raden.
De boekhouding zal dus blij zijn, maar valt er onderweg ook nog wat Freude am Fahren te ervaren?
Verrassend veel, eerlijk gezegd. Ondanks de extra kilo’s – de BMW 330e weegt droog aan de haak zo’n 1,8 ton, ruim 250 kilogram meer dan een vergelijkbare benzineversie – toont de stekkerversie zich een lichtvoetige en dynamische reisgezel, die ons tijdens onze weliswaar korte testrit wist te overtuigen met z’n duidelijk verbeterde aandrijflijn. Daarmee doelen we niet zozeer op de nieuwe XtraBoost-functie en de wat artificieel aandoende (want digitaal versterkte) soundtrack die je te horen krijgt wanneer je het gaspedaal vloert, wel op de intelligente manier waarop de 330e gebruik maakt van de beschikbare energie. Bespaar je dus gerust de moeite om zelf te switchen tussen de verschillende rijmodi en ga gewoon voor de Hybrid-modus, waarbij de 330e zelf mag kiezen uit welke vaatjes hij tapt.

Opvallend is dat de 330e, vergeleken met zijn voorganger, voortaan veel langer op elektriciteit durft rijden, zelfs aan snelheden tot 140 km/u. Bovendien hebben de ingenieurs het gaspedaal voorzien van een extra weerstand die het punt aangeeft waarop de BMW 330e de benzinemotor tot leven moet wekken om het gevraagde vermogen te leveren, zodat je als bestuurder getriggerd wordt om de thermische krachtbron zo lang mogelijk buitenspel te laten staan.
Wij hadden, na een geanimeerde rit van zo’n 80 kilometer, nog 6 procent batterijcapaciteit over, terwijl de boordcomputer een gemiddeld verbruik van 2,2 l/100 km afficheerde. Wie op respectabele afstand van het werk woont en de discipline kan opbrengen om systematisch te laden, zou er in principe dus moeiteloos in moeten slagen om geen druppel benzine te verbruiken.
Dus toch maar een 330e in plaats van een 320d?

Niet zo snel. Niet alle mobiliteitsprofielen zijn namelijk gebaat met een plug-in hybride, bestuurders die vooral op de autosnelweg pendelen en niet tijdig kunnen opladen zullen er zelfs eerder de nadelen van ondervinden. Bovendien hoef je ook rekening te houden met een wat kleinere (-110 liter) en minder praktisch ingerichte koffer, het logische gevolg van het onder de laadvloer ingeplante batterijpack.
Ook de prijs (vanaf 52.450 euro) is niet van de poes, al krijg je daarvoor wel een dynamische, fiscaal interessante én complete zakenberline in ruil. Dat hij je bovendien aanmoedigt om wat minder gejaagd van A naar B te hossen – een euvel waar naar verluidt heel wat BMW-rijders mee kampen – en te genieten van de zalige stilte aan boord, is daarbij mooi meegenomen…
Het bericht Test BMW 330e: 100% aftrekbaar, zelfs na 2020 verscheen eerst op FLEET.be.